SIROM - THE LIQUIFIED THRONE OF SIMPLICITY

Artiest info
Website
facebook
label: Glitterbeat
distr.: Xango

Het is niet voor het eerst dat we het hier mogen hebben over dit Sloveense trio: ze zijn met deze “The Liquified Throne of Simplicity” aan hun vierde plaat toe en dat is er opnieuw eentje om te rangschikken bij het logo “belangwekkende releases”. Ana Kravanja, Samo Kutin en Iztok Koren - zo heten de drie leden van deze indrukwekkende band- kwamen ons enkele jaren geleden aanwaaien via het tak:til-label, een onderafdeling van Glitterbeat, het label waar avontuurlijke (folk)muzikanten van over heel de wereld hun ei kwijt kunnen en dat is met deze nieuwe plaat van Sirom nog maar eens bevestigd.

De vijf tracks van deze plaat klokken samen af op ruim 77 minuten en dan vertel ik er nog niet eens bij dat de afsluitende track, “I Unveil a peppercorn to see it vanish”, niet eens de vier minutengrens bereikt, zodat je, grosso modo, kunt zeggen dat het hier telkens om stukken van een kwartier tot twintig minuten gaat. Voor de modale luisteraar is dat veel: we zijn het niet meer gewend onze aandacht zo lang op één nummer gericht te houden en dat is nu net, waar de grote verrassing van deze plaat in zit. Ondanks de stevige lengte van elk van de nummers, grijpt deze plaat je van bij het begin naar de strot en er wordt pas 77 minuten later grip gelost. Dit is zo één van die zeldzame platen waar je, willen of niet, blijft naar luisteren. Dat heeft vanzelfsprekend voor een stuk te maken met de veelheid aan instrumenten, die door de drie muzikanten bespeeld worden, maar toch minstens evenveel met wàt ze er precies mee aanrichten. Deze muziek is in grote mate geïmproviseerd, ze drijft op bijzondere, drones-achtige percussie, en wat voor sommigen onbegrijpelijke klanken lijken, is voor mijn oren klinkklare hedendaagse muziek, in het grensgebied van de folk en de impro-jazz.

Het zal wel weer aan mijn ietwat scheve bovenkamer liggen, maar hier ben ik dus volslagen gek van: mensen die de grenzen van hun instrumenten verkennen en een heel eigen universum weten te creëren, die hebben mijn (zo goed als) onvoorwaardelijke aandacht. Wellicht heeft de rijkdom van de muziek van het trio voor een stuk te maken met de ligging van hun land van herkomst: Slovenië ligt immers heel ventraal in Europa en de kans op kruisbestuiving tussen West-Europa, de Balkan en het Adriatische deel van ons continent is er een stuk groter dan, pakweg, een kleine uithoek van Denemarken of Sicilië. Bij Sirom komen allerlei dingen samen en de manier waarop zij die verwerken, met hun arsenaal aan vaak zelfgebouwde instrumenten, brengt hen op een totaal unieke plek in het folk-landschap van vandaag.

Voor deze plaat kozen ze ronduit voor een hypnotiserende en inventieve aanpak, die je nu eens aan John Hassell of Brian Eno doet denken, dan weer aan de meditatieve muziek van Tibetaanse monniken en even later aan Don Cherry of The Art Ensemble of Chicago. Ware het niet, dat we hier gruwen van de term “world music”, we zouden hem warempel bovenhalen om deze ronduit fantastische plaat in woorden proberen te vatten. Naar ik begrijp, hebben de drie muzikanten de pandemie aangegrepen als “kans tot verdieping”: ze gingen, nog meer dan op hun vorige werk, aan de slag met ongebruikelijk gestemde instrumenten, Daarbij haalden ze een deel van hun inspiratie uit hun lange pandemie-wandelingen, die hen hielpen overeind te blijven in de donkere tijd, die we vandaag bijna achter de rug hebben. Ik vind dat meer dan een beetje indrukwekkend, die vaststelling dat je muziek kan maken met indrukken, geluiden en beelden. Dit is voor mij dan ook een onnoemelijk mooie, hedendaagse plaat, waarbij één ding me nogmaals zeer duidelijk wordt: ik wil dit trio heel graag eens live aan het werk zien, want dit is, op plaat althans, onvergelijkbare, indrukwekkende, diep rakende muziek, die je op vele vlakken weet te raken.

(Dani Heyvaert)